Als ik na de middagpauze bij het lokaal aankom, staan de derdejaars leerlingen al te wachten. Er staat een leeractiviteit wiskunde op mavo-niveau op de planning. Ik groet de groep in zijn geheel, maar mijn belangrijke rol als gastheer laat ik verder voor wat het is. Ik heb nog vijf andere rollen te vervullen in de komende dertig minuten.
Ik gooi mijn tas op het bureau, pak een marker en begin op het bord te schrijven. Linksboven de twee doelen die ik vandaag met ze wil bespreken en in het midden schrijf ik een voorbeeldopgave. Het geheel duurt een minuut of drie en al die tijd blijf ik met mijn rug naar de klas gedraaid.
Tot slot zet ik ‘Ik begin als jullie er klaar voor zijn’ op het bord en teken er een positieve smiley achter om meer duidelijkheid te verschaffen over mijn intenties. Ik loop naar mijn bureau en zonder enig contact te maken met de klas pak ik mijn laptop om mails te beantwoorden.
Ondertussen aanschouw ik onopvallend de situatie in het klaslokaal. Iedereen zit op zijn plek en is aan het kletsen. Ongeveer de helft van de leerlingen heeft de benodigde spullen voor zich liggen.
Eén van die leerlingen bekijkt wat ik op het bord heb gezet en leest de laatste zin met samengeknepen ogen zachtjes voor. Terwijl ze haar hoofd een kwartslag draait, voegt ze daar met aanzienlijk meer volume aan toe: “Telefoons weg en wiskundespullen pakken.”
Een jaar geleden zou ze een hoop weerwoorden van haar klasgenoten hebben ontvangen. Nu kletsen haar medeleerlingen echter rustig verder, maar pakt wel iedereen die dat nog niet heeft zijn spullen erbij. De schriften worden opengeslagen. Het lijkt erop dat de uitleg kan beginnen.
Goedkeurend knikt de leerling en verwachtingsvol gaat haar blik mijn richting uit. Ik doe echter alsof ik haar niet zie en begin daadwerkelijk een mail te lezen. Ze snapte de hint: “Stil zijn jongens, anders kan meneer Tieben niet beginnen.”
Als het enkele seconden later muisstil is, sta ik op van mijn stoel, loop heel rustig richting het bord en begin op gedempte toon aan mijn uitleg. De leerlingen zijn gefocust op het voorbeeld dat ik met ze behandel en de meesten schrijven ijverig mee in hun schrift.
Na de uitleg neem ik mijn rol als afsluiter deze les wel serieus. Ik stel enkele controlevragen, blik vooruit op de volgende les, bedank de leerlingen voor hun aandacht en geef ze vervolgens voldoende tijd om hun spullen rustig in te pakken.
Als ik na een geslaagde les het lokaal uitloop, besef ik me dat mijn gebrek aan verbazing over het feit dat de klas af en toe prima zonder gastheer kan een mooi teken van de geboekte progressie bij ons op school is.