Afgelopen maandag kwam mijn zwager logeren. Zijn bezoek staat garant voor gezelligheid, lekkere drankjes en een uitstekend bereid avondmaal. Maar bovenal betekent zijn aanwezigheid dat er geschaakt gaat worden. Dus toen mijn vrouw na het eten vroeg of wij er bezwaar tegen hadden dat ze een film ging kijken, mompelden wij gespeeld verontwaardigd iets over gebrek aan gezelligheid, om ondertussen het schaakbord pontificaal op tafel te zetten.
It’s better to play well than to play white
Tijdens het nauwkeurig plaatsen van de stukken op hun beginpositie vonden we overeenstemming over de instellingen van de schaakklok. De loting veroordeelde mij tot het spelen met zwart. Maar, zoals vice-wereldkampioen Karjakin onlangs wijs sprak, it’s better to play well than to play white. Na de passieve en onverwachte opening van wit werd ik direct tot nadenken gedwongen. De strijd was losgebarsten.
In deze strijd speelde ik geheel volgens eerder genoemde schaakwijsheid goed met zwart. Dit resulteerde in een 1-0 voorsprong. Helaas was het tijdens het vervolgpotje de beurt aan mijn zwager om goed met zwart te spelen. Na een luttele twee uur schaken stond de stand weer gelijk. Een derde pot moest de beslissing gaan brengen.
Uitgerekend toen ik weer met zwart speelde, was het voor het eerst wit dat het betere van het spel had. Langzaam maar zeker kreeg ik minder bewegingsvrijheid op het bord en werden de witte stukken steeds dreigender. Met de moed der wanhoop probeerde ik mezelf in leven te houden. Ik had dit niet meer in eigen hand. Ik moest hopen op een fout van mijn tegenstander.
Eén verkeerde zet kan het schaakspel volledig doen kantelen
En zo geschiedde. Door twee grove fouten in achtereenvolgende zetten kantelde het spel volledig. De eerste fout gaf mij de mogelijkheid om een stuk terug te slaan en daarmee de positie in evenwicht te trekken. Heel herkenbaar was mijn zwager dermate van slag dat hij direct nog een fout beging, waarna ik een toren voorstond en een gewonnen partij speelde. Mijn zwager tikte enkele minuten later ter overgave zijn eigen koning om.
Bij schaken kun je verliezen terwijl je wint
Maar met dit laatste potje hadden we beide verloren. Mijn zwager baalde omdat hij een fout had gemaakt waardoor hij een gewonnen partij uit handen gaf. Hij verdiende te winnen, maar dat is niks waard wanneer je verliest. Ik baalde op mijn beurt omdat ik tijdens het beslissende potje niet was opgewassen tegen de strategie van mijn tegenstander. Dat ik vanwege twee fouten het potje toch won, was vanuit mijn perspectief niks waard.
Schaken is zo veel meer dan proberen te winnen
En daarin ligt precies de schoonheid van het edele schaakspel. Het gaat bij schaken om zo veel meer dan het enkel winnen van de partij. Je moet zo veel mogelijk stappen vooruitdenken. Een tactiek uitstippelen om je tegenstander zijn koning langzaam onder druk te zetten. Maar voornamelijk blijft schaken een spel waarbij fouten dodelijk zijn.