Terwijl de rest van de klas na mijn uitleg hun boek opent en met de opgaven aan de slag gaat, staat Mette op en loopt naar de twee leerlingen die voor haar zitten. Ze begint op fluistertoon met ze te overleggen. Na een paar seconde loopt ze door naar het volgende tweetal voor wederom een fluisterend overleg. Nieuwsgierig besluit ik het tafereel even aan te kijken.
Wanneer Mette enkele minuten later gestructureerd al haar klasgenoten bij langs is geweest richt ze zich tot mij: “Meneer, ik heb met de klas overlegd en we hebben besloten dat we nog steeds Sinterklaas met u willen vieren.” Licht verrast en licht glimlachend antwoord ik: “Wat leuk! Regel het maar.”
Toen het schooljaar reeds enkele weken oud was, had ik mijn eerste les met deze klas. Tijdens de wederzijdse kennismaking kwam het onderwerp mentor ter sprake. Die hadden zij namelijk niet. Geruststellend werd mij medegedeeld dat de enige rol van de mentor het vieren van Sinterklaas is. Met de bezegeling van een handdruk spraken we af dat ik dan maar Sinterklaas met ze zou gaan vieren.
Ik was de afspraak al bijna vergeten, maar de klas klaarblijkelijk niet. Mette neemt de organisatie op zich en zorgt ervoor dat iedereen aan het einde van de les het lokaal verlaat in het bezit van een briefje met daarop de naam van een klasgenoot – of in een enkel geval de docent wiskunde – en een verlanglijstje.
Op de verjaardag van de goedheiligman stappen de leerlingen met indrukwekkende surprises de school binnen. Even vrees ik de enige te zijn die voor een gedicht heeft gekozen, maar als we later op de dag in een kring zitten met de cadeaus in het midden lijkt er een mooie balans te zijn tussen gedichten en surprises. Een handjevol leerlingen heeft zelfs gekozen voor beide opties.
Er komen prachtige surprises en vermakelijke gedichten in uiteenlopende stijlen voorbij. Nadat ik mijn gedicht heb voorgedragen waarin mij is verteld dat mijn Movember-snor esthetisch gezien geen aanwinst was, ontstaat er wat onduidelijkheid doordat er nog een cadeau is waarop mijn naam staat.
Iedereen kijkt elkaar even aan en er wordt nagegaan of er iets fout is gegaan met de lootjes. Wanneer dit niet het geval blijkt en er een verbaasde stilte valt, bekent één van de leerlingen zich de vrijheid te hebben gepermitteerd mij van een extra cadeautje te voorzien.
Ik ben sinds twee weken geen docent meer van deze klas. Vanwege organisatorische redenen ben ik verplaatst naar de bovenbouw, waar vanuit zowel didactisch als pedagogisch oogpunt ook mijn voorkeur ligt. Toch mis ik deze klas wel een beetje.
Met meer verering dan ongemak neem ik het extra cadeautje in ontvangst en begin aan het voorlezen van mijn tweede gedicht. Alhoewel ik slechts een kleine twee maanden hun docent ben geweest word ik uitgebreid bedankt voor het afgelopen jaar.
Het feit dat deze korte periode voor de leerling als een compleet jaar heeft gevoeld vat ik in dit geval maar op als wederzijdse waardering.