“Wat is er aan de hand?” Het geluid van uitklikkende wielerschoenen weerklinkt in de donkere nacht. “Plaspauze” luidt het korte maar duidelijke antwoord. Er gaat een zucht van opluchting door het stilstaande peloton. De koffie bij de start in combinatie met de koude lucht tijdens het fietsen hebben ervoor gezorgd dat iedereen verlangde naar deze sanitaire stop.
Na de plaspauze beginnen de mannen weer wat praatjes te krijgen, maar zo gauw er een stevige mist komt opzetten neemt het gekeuvel ook weer snel af. Het zicht wordt minder en de handen en voeten koelen aanzienlijk af. Een ieder die geen overschoenen en lange handschoenen aanheeft, betreurt dit.
Het kost energie om het lichaam warm te houden. De verkrampte houding vanwege het beperkte zicht maakt het er niet beter op. De groep is echter gezegend met twee geweldige kopmannen die de route op gepast tempo verkennen. Ze hoeven slechts in hun wiel te blijven.
Wanneer er rechtsaf wordt geslagen en er geen bomen langs de kant van de weg meer staan lijkt het iets lichter te worden. Het besef van tijd is vervaagd, maar de zon zou over niet al te lange tijd moeten opkomen.
Het plaatsnaambordje van Bourtange vormt een gewild herkenningspunt. Er is honderd kilometer afgelegd en hier bevindt zich de eerste verzorgingspost. Terwijl er dwars door de sfeervolle vestingstad wordt gereden bestaat er geen twijfel meer. De zon is aan het opkomen.
Aangekomen bij de verzorgingspost smaakt de redelijk warme koffie zeer aangenaam. Het eerste gedeelte zit erop. ’t Het nog nooit zo donker west of ’t wer altied wel weer licht. Die laatste 230 kilometers gaan ook wel lukken.